COVID-19 heeft wereldwijd een verlammend effect gehad op de economie.  Een voorbeeld hiervan is de toeristenindustrie, aangezien regeringen, in een poging verdere infecties te voorkomen, beperkingen hebben opgelegd aan zowel internationaal als nationaal verkeer. Als zodanig heeft de toeristenindustrie verwoestende verliezen geleden. Met 32,8% van het bruto binnenlands product (BBP) van Cambodja, 9,2% van het BBP van Vietnam en 6% van het BBP van Indonesië dat afhankelijk is van toerisme, hebben deze landen het moeilijk. Het gevaar om inkomen en levensonderhoud te verliezen als gevolg van een stopzetting van het toerisme is niet alleen een mogelijkheid, maar wordt snel realiteit. Dit alles is te danken aan de gevaren die gepaard gaan met de handel in levende dieren, die elke dag plaatsvindt op markten in heel Azië.

Dit zijn plaatsen waar een breed scala aan diersoorten van onbekende oorsprong, waaronder honden, katten en wilde dieren met elkaar in contact komen. Verhoogde dichtheid in besloten ruimtes creëert een ideale omgeving voor nieuwe ziekten om op te duiken en zich te verspreiden naar zowel dieren als mensen. Ondanks de gezondheids- en welzijnsrisico's die de handel in honden- en kattenvlees met zich meebrengt en het reële gevaar van een toekomstige pandemie die dit kan ontketenen, zijn de inspanningen van de overheid om een einde te maken aan deze praktijk nog steeds niet optimaal. Bovendien bleek uit ons onderzoek dat een groot deel van de handel in honden- en kattenvlees (DCMT) daadwerkelijk heeft overleefd tijdens de COVID-19-periode, nadat deze manieren had gevonden om sociale beperkingen te diversifiëren en te omzeilen, zoals het aanbieden van een thuisbezorgservice.

De handel in honden- en kattenvlees komt slechts ten goede aan een klein deel van de bevolking, met regelmatige consumenten van 12% in Cambodja, 6% in Vietnam en 7% in Indonesië, hoewel elk jaar miljoenen dieren worden meegenomen, vaak gestolen van eigenaren. Dit leidt bij eigenaren tot een wanhopige zoektocht naar hun huisdieren, geïllustreerd door de hartverscheurende posters met vermiste dieren in deze landen. Er is al een aanzienlijke lokale oppositie tegen de handel in Vietnam en Cambodja, wat blijkt uit meer dan 160.000 handtekeningen van deze twee landen op een wereldwijde petitie van VIER VOETERS om een einde te maken aan de handel in honden- en kattenvlees. Er worden nog veel meer handtekeningen verwacht, maar we hebben uw hulp nodig. We hebben uw hulp nodig om de regeringen van Cambodja, Vietnam en Indonesië te laten weten dat u wilt dat de handel stopt, om niet alleen honden en katten, maar ook uw families te beschermen tegen de dreiging van een nieuwe pandemie en de verwoestende gevolgen ervan.

Tijdens COVID-19 blijven we de handel in honden- en kattenvlees bestrijden. We hebben voerprogramma's opgezet om dieren te helpen die zijn getroffen door COVID-19 en om ze te beschermen tegen de handel. Samen met onze partners hebben we open brieven gestuurd naar de Cambodjaanse, Vietnamese en Indonesische regeringen waarin we hen waarschuwen dat de handel in honden- en kattenvlees mogelijk de bron zou kunnen zijn van de volgende wereldwijde pandemie en we roepen hen op om de handel te beëindigen en miljoenen dieren te beschermen en mensen gelijk. We hebben en zullen blijven samenwerken met de toeristenindustrie om ons terug te trekken uit aanbiedingen met betrekking tot de handel in honden- en kattenvlees. Verschillende bedrijven hebben al hun bezorgdheid geuit over de DCMT en de mogelijke risico's voor toerisme en de wereldeconomie. Vijf grote touroperators hebben al een belofte met ons ondertekend om deze gruwelijke handel te helpen beïnvloeden en er een einde aan te maken. Doe met ons mee in de strijd om een einde te maken aan de handel in honden- en kattenvlees!