In Somaliland hebben 29 verweesde cheeta's dringend voedsel en voorraden nodig
VIER VOETERS levert een bijdrage aan pogingen tot instandhouding van Afrika’s meest bedreigde grote katachtige
De wereldwijde dierenwelzijnsorganisatie VIER VOETERS ondersteunt het Cheetah Conservation Fund (CCF) met het verzorgen van 29 verweesde cheeta’s in Somaliland. De zelfverklaarde autonome regio staat bekend als de belangrijkste doorvoerroute van cheeta’s die vanuit Oost-Afrika worden verhandeld. De verweesde dieren die CCF verzorgt zijn in beslag genomen door de cheeta-huisdierenhandel en zitten op dit moment op een veilige plek. VIER VOETERS draagt financieel bij voor de verzorging en veilig onderdak, maar hoofdzakelijk om de dieren van voedsel en medische benodigdheden te voorzien.
De huisdierenhandel in cheeta’s floreert als gevolg van de grote vraag naar wilde dieren als huisdieren als statussymbool, vooral in de Golfstaten. De cheeta’s zijn vermoedelijk afkomstig uit Ethiopië, Noord-Kenia, Somalië en Somaliland en worden meestal vanaf de kust van Somaliland gesmokkeld. Vanwege het illegale karakter van de handel is het moeilijk om het aantal verhandelde dieren bij te houden.
Weinig kans om de cheeta’s weer in het wild vrij te laten
Omdat de regering van Somaliland heeft bepaald dat geconfisqueerde cheeta’s in het land moeten blijven, werkt CCF samen met haar lokale en internationale partners om onderdak en professionele veterinaire zorg te verstrekken met een goed uitgebalanceerd dieet voor deze dieren. Door over de hele wereld verschillende soortgerichte opvangcentra voor geredde katachtigen, beren en orang-oetans te runnen, ondersteunt VIER VOETERS CCF met zijn expertise in betrekking tot het beheer van wilde dieren. Het doel op de lange termijn is om de verweesde cheeta’s, indien mogelijk, opnieuw in het wild terug te zetten.
Snelle afname vormt een groot risico voor de cheeta om uit te sterven.
In heel Afrika leven er minder dan 7.500 cheeta’s nog in het wild, terwijl een eeuw geleden de populatie nog 100.000 bedroeg. Aangezien 80% van de cheeta’s buiten beschermde gebieden leven, komen zij meer in contact met de mens hetgeen het conflict verergert en zij makkelijke prooien vormen voor stropers. Uit onderzoek van CCF blijkt dat er naar schatting 300 cheeta’s per jaar worden gestroopt en naar het Arabisch schiereiland worden gesmokkeld om in de illegale handel als huisdier te worden verkocht. Veel meer sterven voordat zij verscheept worden en, als zij de smokkel doorstaan, worden de meesten niet ouder dan twee jaar oud vanwege onjuiste zorg, verkeerd dieet en ziekte. Als dierensoort met een lage genetische diversiteit, in combinatie met lage populatieaantallen en verliezen door smokkel, wordt het bestaan van de cheeta bedreigd. Om de handel te bestrijden moet de voorlichting aan de aanbod- en vraagzijde van het probleem worden aangepakt, samen met de juiste zorg en ontwikkeling van voorzieningen voor in beslag genomen cheeta’s.